Maak eerst het pannenkoekenbeslag. Doe de bloem, de suiker en het zout in een grote kom. Voeg de eieren toe en klop tot een dik beslag.

Giet de melk erbij en klop nogmaals tot een glad, dik beslag zonder klonten.

Doe het ingevroren fruit, de vanille, de suiker of de honing en de citroen in een kleine pan. Zet op halfhoog vuur en laat zachtjes sudderen tot het fruit ontdooid is en uiteen valt. Laat de saus indikken, dit duurt ongeveer 5 à 8 minuten. Als de compote wat te dun is, laat nog wat verder sudderen om in te dikken. Laat afkoelen.

Zet de pannenkoekenpan met sterkere anti-aanbaklaag op een middelhoog vuur. Laat wat boter smelten, veeg het teveel aan boter weg met een stuk keukenpapier. Giet het beslag in de uitknijpfles.

Wanneer de pan warm is knijp zachtjes en gestaag het beslag in de pan om een hartvorm te maken. Zorg ervoor dat de tuit van de fles dicht bij de pan is voor meer controle.

Als het eerste hart gevormd is, vorm rond het kleine hart een groot hart. Spuit een golvend patroon tussen beide harten om een kanteffect te maken. Werk af met een beetje beslag rond de rand van het grote hart.

Laat 1 minuut bakken tot het deeg begint te bubbelen. Draai de pannenkoek voorzichtig om en laat nog 1 à 2 minuten bakken.

Maak de volgende pannenkoeken op dezelfde manier. Serveer de hartvormige pannenkoeken met wat bloemsuiker, de bereide bessencompote en een lepel slagroom.

Zowel het pannenkoekenbeslag als de compote kunnen op voorhand gemaakt worden en in de koelkast bewaard worden tot de volgende dag. Zo kan u ´s morgens direct aan de slag.

Om de pannenkoek warm te houden, plaats ze in de oven op een beklede bakplaat op heel lage temperatuur terwijl u de volgende pannenkoeken vormt.